Waarom is meten zo belangrijk bij Lean werken?
Meten is weten, hoor je vaak in kwaliteitskringen.
Dat is een waarheid als een koe.
In Lean wordt meten gestimuleerd. ‘Ik denk dat’ of ‘ik weet zeker’ zijn slechte raadgevers. Wil je een probleem goed kunnen aanpakken, dan moet je met metingen bevestigen dat dat probleem bestaat en hoe groot dat probleem is. Weet je, middels metingen, zeker dát je een probleem hebt, dan analyseer je de bronoorzaak met bijvoorbeeld de 5-keer-waaromvragen, de kiplingvragen of het visgraatdiagram. Waarna je een oplossing bedenkt, bijvoorbeeld met een brainstorm.
Voorbeeld: vaak is er de gedachte dat er veel telefoontjes binnenkomen op een bepaald dag of tijd. Ga meten: turf de telefoontjes op een velletje papier. Sommige telefooncentrales kunnen ook een overzicht ophoesten. Dan heb je feiten. In huisartsenpraktijk X dachten doktersassistentes dat ze op vrijdagen veel telefoontjes te verwerken hadden, na de meting bleek dat er helemaal geen sprake is van meer telefoontjes dan op andere dagen. Waarschijnlijk wordt het zo gevoeld dat er veel telefoontjes zijn, omdat mensen moe zijn na een week werken (maar ook díe aanname zou gemeten moeten worden 😊).